De peuterpuberteit: Omgaan met driftbuien

Als je deze blog leest, is het welbekende zinnetje “Ik ben twee en zeg nee” je waarschijnlijk niet vreemd. Misschien heb jij ook wel dagelijks te kampen met een pittige peuter in huis die maar al te graag zijn zinnetje probeert te krijgen. 

Laten we alvast starten met 1 belangrijk uitgangspunt. Een kind doet nooit (écht waar, nooit!) vervelend enkel en alleen om vervelend te doen. Ook al lijkt je kind soms kampioen in jou uitdagen wanneer hij weeral weigert zijn jas aan te doen of schoenen aan te trekken. Jouw kind is op dit moment bezig met het zetten van grote stappen in zijn persoonlijke ontwikkeling, namelijk het leren stellen en aftoetsen van grenzen. De peuterpuberteit start rond 18 maanden en eindigt meestal rond het vierde levensjaar. 

Kinderen hebben grenzen nodig om op een veilige manier de wereld rondom hen te kunnen exploreren. Maar je kan natuurlijk enkel maar ontdekken waar die grenzen liggen, door er soms eens tegenaan te botsen (of er wel eens over te gaan). Het voordeel is dat je vanaf deze leeftijd ook perfect met je kinderen afspraken kan maken over wat wel of niet kan. Bijvoorbeeld: Je mag nog niet aan het vuur komen, maar je mag wel de groentjes wassen.

Daarnaast wordt een peuter zich bewust van zijn autonomie en wil deze dan ook volop ervaren. Hij ontdekt dat hij een eigen persoon is, met eigen wensen of verwachtingen. Je merkt dit ook aan dat jouw kind stilaan niet meer spreekt over (zijn naam), maar over ‘ik’. Het probleem wat zich stelt is dat kinderen op deze leeftijd al goed weten wat ze willen, maar hen nog niet bewust zijn van wat ze kunnen of mogen. Dit zorgt voor frustratie en dat uiten ze door boos te worden, te krijsen, etc. Probeer deze frustraties voor te zijn door samen al naar alternatieven te zoeken of door dingen samen uit te proberen.

‘Choose your battles’. Ga niet bij alles de strijd aan. Niemand vindt het leuk om steeds te horen dat iets niet kan of mag omdat hij nog te klein is of het nog te moeilijk voor hem is. 

Daarnaast moet een kind ook de kans krijgen om te leren omgaan met emoties zoals teleurstelling of boosheid. Dit kan alleen maar wanneer ze met dergelijke situaties geconfronteerd worden. Probeer daarom om niet altijd alles voor je kind op te lossen, maar geef hem ook de kans om zelf dingen uit te zoeken (ook al gebeurt dit met de nodige frustratie). Wanneer dit dan uiteindelijk lukt, wordt het zelfvertrouwen van je kindje ook geboost. 

Blijf consequent: neen is neen. Zeg je vervolgens toch ja nadat jouw kind aan het schreeuwen of stampvoeten gaat, dan is de kans groot dat hij dit gedrag in de toekomst nog zal vertonen om zijn zin te krijgen.

Kort samengevat:

  • Wees consequent ‘neen is neen’
  • Blijf rustig 
  • Toon erkenning en begrip voor het gevoel van je kind
  • Geef jouw kind de kans om dingen zelfstandig te doen
  • Onderhandel niet

En onthoud als troost: Dat jouw kind dit gedrag stelt, laat zien dat hij zich veilig en vertrouwd voelt bij jou. Het is een bevestiging van het feit dat hij weet dat je hoe dan ook onvoorwaardelijk van hem houdt. Dit verklaart ook dat sommige kinderen zich flink weten te gedragen in de opvang of op school, maar eenmaal thuis flink kunnen wenen of stampvoeten.

Weet dat je niet de enige bent die hiermee kampt. Misschien ken jij zelf ook wel ouders die hier tegenaan lopen? Deel deze blog dan zeker met hen. 

Share this:
0 Comments

Leave a Comment